Heb je spelers die jonger zijn dan 18 in het team? Verdiep je dan in de specifieke eigenschappen van Generatie Z. Hoe kan je op de best mogelijke manier omgaan met deze spelers? Wat werkt wél en wat moet je als trainer-coach vooral níet doen bij deze generatie spelers?
René Boender heeft hier een leuk en leerzaam boek over geschreven ‘Generatie Z en de vierde industriële revolutie’. De lessen hieruit heeft hij met de KNVB gedeeld. Onderstaand een bewerking van het artikel dat hierover in de ‘Voetbaltrainer’ heeft gestaan.
Generatie Z zijn jongeren die zijn geboren tussen ruwweg 1995 en 2010. Het is interessant om te weten hoe deze jongeren in het leven staan, wat willen ze wel en niet willen. Hoe je hen kan raken of juist verliezen. Over de do’s and don’ts voor het begeleidingsteam, buiten en binnen het veld.
Kennisdeling over de juiste methodiek is interessant voor elke trainer -coach die met deze generatie werkt. Zonder kennis over Generatie Z wordt het moeilijk om als trainer of coach een groep jonge hockeyers van nu te bereiken, laat staan te ‘beraken’.
Wie zijn Generatie Z?
Laten we starten met een spoedcursusje Generatie Z.
Generatie Z-hockeyers zijn opgevoed door ouders uit de Generatie X. Opgegroeid in een tijd dat het economisch allemaal wat slechter ging. Hun voorgangers, de Millennials, waren idealistisch en mobiele pioniers. Generatie Z is veel pragmatischer. Alles is voor hen in overvloed en op afroep beschikbaar, 24 uur per dag. Behalve één ding en dat is tijd. Daar willen ze dus zo zuinig mogelijk mee omgaan. Internet kent voor hen geen geheimen meer. Door hun smartphone staan ze op elk gewenst moment in verbinding met hun vrienden en de rest van de wereld.
Bij een onderzoek onder Generatie Z’ers werd gevraagd een ruimte te betreden waar het behoorlijk warm was. Er was geen airco en ze moesten er een tijdje verblijven. In die kamer stond alleen een tafeltje met een glas water, een broodje en een internetverbinding. De beperking was: je mag maar een van de drie kiezen. De keuze was snel gemaakt: de onlineverbinding. De smartphone dus als een soort primaire levensbehoefte.
De vertaalslag naar hun (jeugd)trainers: als je met deze groep goed wilt communiceren, moet je dat óók online doen. Het mobieltje is hun zuurstof. Doe dat vooral in een vorm die bij hen past. Ze zitten op online platforms als Instagram, Snapchat en TikTok: een app voor korte filmpjes van maximaal acht tot vijftien seconden met ontelbare filters en muziekjes: super visueel. Als trainer-coach je boodschap aan deze doelgroep communiceren met een lange mail is daarom volstrekt zinloos. ‘Praat’ als trainer-coach met deze spelers vooral visueel. Bijvoorbeeld door in die online communicatie met je hockeyers ook gebruik te maken van foto’s maar ook films. Interview als het ware jezelf en zend dat uit. Voor hen is dat het bewijs dat iets waar is. Je kunt het namelijk zien. Op Instagram doen ze niet anders. ‘If there is no photo, it isn’t true.’ Met woorden alleen kun je de feiten en de waarheid eenvoudig manipuleren, vinden ze. Daarom spelen korte, zelfgemaakte video’s ook zo’n rol in het leven van Generatie Z-jongeren. Wat je kwijt wilt, stel je niet uit tot later. Dat deel je live op het moment zelf door zo’n foto of videootje met een kort berichtje of oneliner erbij. Ze leven dus in een wereld van een aanhoudende stroom van direct messages. Dat heeft ook gevolgen voor de manier waarop deze jongeren ‘vertrouwen’ invullen. Eerdere generaties vertrouwden per definitie wat bijvoorbeeld de kerk, de leraar op school of hun ouders zeiden. Dat was waar. Maar nu gaan ze bij hun zoektocht naar die waarheid meteen naar de online groepen waarbinnen ze zelf actief zijn. Daar zoek je uit wie bewijst dat je hem of haar kunt vertrouwen.
Het is ook goed te beseffen dat deze generatie hockeyers meer wordt geleid door emotie dan door intelligentie. Ze vallen hun IQ alleen lastig als dat ook echt nodig is. Die insteek levert kostbare tijdwinst op. Er komt zoveel op hen af, dat het ook onmogelijk is om al die indrukken te verwerken en een plek te geven. Ze zouden knettergek worden.
Communiceren met Generatie Z-spelers
En nu de vertaalslag naar wat dit allemaal betekent voor de wijze van communiceren tussen de (jeugd)trainers & coaches en hun spelers.
Dan beginnen we weer met een onderzoek. Deze keer in Amerika. Aan de oostkust kreeg een groep studenten aan de vooravond van een tentamen een persoonlijk appje van een docent. Zo van: ‘Hi John, morgen heb je tentamen. Lees voor de zekerheid nog een keer pagina 28 tot en met 36 door. Succes morgen, René.’ Aan de westkust kregen studenten die hetzelfde tentamen moesten maken, dat persoonlijk berichtje niet. De studenten aan de oostkust scoorden gemiddeld meer dan een punt hoger voor hetzelfde tentamen! Als je dat vertaalt naar je team, is het advies om op de avond voor een wedstrijd zo’n persoonlijk berichtje naar je spelers te sturen. Richt je niet tot de hele groep maar tot elke individuele speler. ‘Beste Hidde, kijk nog eens naar beelden van de strafcorner pusher van Kampong. Dit is de link. Zie je morgen. Naam trainer-coach.’ Dat roept bij zo’n keeper het gevoel op dat zijn trainer-coach intensief bezig is met zijn vak en – nog belangrijker – met van hem een nog betere doelman te maken. Dat heeft veel meer effect dan in lange monologen als trainer-coach te benoemen wat er allemaal fout is gegaan. Punt twee: de Generatie Z heeft een hekel aan routinematig gedrag. Weer een voorbeeld uit Amerika. Als iets jarenlang op routine werd uitgevoerd, was dat de aftrap bij voetbal. Een jonge Amerikaanse speler onderzocht op YouTube op eigen initiatief welke uitvoeringen van de aftrap tot snelle openingsdoelpunten leidden. Hij maakte er een compilatie van en stuurde die naar zijn medespelers. Samen besloten ze op basis van die beelden naar een eigen variant te zoeken. Kwam geentrainer aan te pas. Het werd een soort American Football-variant, waarbij de spelers bij de aftrap de tegenstander verraste door met z’n achten tegelijk naar voren te sprinten. Een goede (jeugd)trainer-coach van nu moet kunnen bedenken hoe hij/zij het routinematige, het voorspelbare in zijn/haar aanpak voorkomt. Je moet als trainer-coach met de variabelen kunnen spelen. Bijvoorbeeld hoe je met je spelers omgaat en hoe je hen inspireert. Van succesvolle, ervaren trainer-coaches met een natuurlijke autoriteit nemen ook de Generatie Z-spelers snel iets aan. Andere trainer-coaches zullen veel meer hun best moeten doen om hun spelers te bereiken. Als het leeftijdsverschil tussen de trainer-coach en de spelersgroep niet zo groot is, zal de trainer zich extra energiek naar de groep moeten opstellen en heel direct met zijn/haar spelers dienen te communiceren. Niet alleen langs de zijlijn, maar vooral ook via het medium dat jouw spelers de minste tijd kost, het snelst informeert en het meeste plezier bezorgt. Spelers willen in hun eigen favoriete online omgeving door de trainer worden geïnspireerd en van hem horen wat ze moeten doen.
Be connected
Betekent deze ontwikkeling dat je als trainer-coach bij elke wedstrijdbespreking met beelden moet werken en maar heel kort iets kunt vertellen?
Wij hebben nog niet zolang geleden een redelijk lange wedstrijdbespreking gezien van een van de beste hockeycoaches in de wereld. Hij gebruikte daarvoor alleen de traditionele flipover en wat viltstiften. Het was van de eerste tot en met de laatste seconde boeiend. Maar dat was weer zo iemand met een natuurlijke autoriteit. Iemand naar wie je wel móet luisteren, wat de vorm ook is. Maar kom je als nieuwe trainer bij de gemiddelde amateurclub met een flipover onder je armen de kantine binnen, zullen ze je vragen of je nog in het stenen tijdperk leeft. Het hoeft niet zo moeilijk te zijn. Je hebt geen beamer of scherm meer nodig. Met een presentatie-app kan elke speler live op zijn/haar smartphone zien wat je graag aan de groep kwijt wilt. Dat is cool en je bent connected met al je spelers. Verbaal én visueel. Tip: gebruik daarvoor niet meer de bekende, oude inspiratiefilmpjes. Je kent die wel. Bijvoorbeeld de speech/peptalk van Al Pacino als coach van een American Football-team uit de film Any Given Sunday. Daarvoor is de Generatie Z te realistisch ingesteld. De spelers zullen zeggen: ‘Daar keek mijn vader al naar. Ik wil weten wat ik nu moet doen om het verschil te maken. Ik leef in het nu, niet in het verleden.
Tactisch onvoorspelbaar
Wat de huidige generatie altijd aanspreekt, is de tactische uitdaging: Hoe kunnen we onvoorspelbaar worden voor de tegenstander?’ Dat spel speel je als trainer-coach en groep samen. Probeer het als trainer vooral niet alleen te bedenken. Generatie Z bedenkt of vindt oplossingen waar je als volwassene nooit op komt. Gebruik die kracht, die vaardigheden. Ben ook niet te fanatiek, te serieus. Humor doet wonderen. Als je het spelletje hockey leuk vindt en serieus speelt, dan win je. Haal je de fun eruit, gaat het mis. Dat geldt niet alleen voor Generatie Z.
Your tone of voice
Goede trainer-coaches kunnen situatief coachen: het direct coachen in een situatie die zich voordoet. Hoe moet dat bij deze generatie?
Niet alleen kort en bondig. Je moet ook rekening houden met de rol die bij een bepaalde situatie van je verwacht mag worden. Die heeft altijd invloed op ‘your tone of voice’. In de kleedkamer ben je als trainer -coach vooral de promotor. Je inspireert je spelers nog voor een laatste keer. Bij de nabespreking neem je de rol van poëet aan. Je verhaalt op basis van feiten wat er in de wedstrijd is gebeurd. In de voorbereidingsfase aan het begin van het seizoen ben je de professor. Je legt de doelen op langere termijn uit. ‘Dit gaan we zo doen en dit kunnen we onderweg verwachten. Wat is daarbij nodig van elke individuele speler en van het team?’ Deze generatie verlangt van hun trainer-coach namelijk óók: ‘Vertel me wat ik moet doen en waarom.’ Als je niet weet waar je naar toe reist, kom je ook als Generatie Z nooit aan op de plek waar je eigenlijk naar toe wilt. Heel belangrijk is de rol van performer. Stel je niet steeds op als de alwetende theoreticus, die vanaf de zijlijn de spelers steeds dicteert hoe het moet. Doe het voor of laat anderen het goede voorbeeld geven. Experimenteer met de wijze waarop je de oefenstof aanbiedt. Ook hierbij geldt: wees niet te voorspelbaar.
Feedback van het netwerk
Als trainer ben je de baas, maar samen met je spelers vorm je een netwerk. Binnen dat netwerk deel je wat goed gaat, maar spreek je elkaar ook aan op wat fout gaat. Als middenvelder mag je naar een medespeler, bijvoorbeeld een verdediger, best uitspreken dat hij/zij wat meer op de eerste tien meter moet trainen, zodat hij/zij in de wedstrijd sneller kan aansluiten. Die feedback is niet alleen de taak van een trainer-coach. Dat geldt ook voor het corrigeren van gedrag, bijvoorbeeld bij het niet nakomen van afspraken. Bedenk samen met de spelersgroep een ‘straf’ voor notoire telaatkomers die zij vervelend vinden maar hen niet belachelijk maakt en toch fun voor de groep oplevert. Corrigeer op het veld niet steeds op wat fout gaat, maar inspireer liever door te benoemen wat goed gaat. De Generatie Z is opgegroeid met veel duimpjes omhoog, ontelbare likes en vinkjes als teken dat ze iets goed hebben gedaan. Benoem enthousiast en energiek wat goed is gegaan: ‘Top, Lucas’. ‘Klasse, Roos!’ En als iets fout is gegaan: ‘Probeer het eens een keer zó!’
Toekomst
‘De Generatie Z is sterk geïnteresseerd in de data over de ‘personal activity’. ‘Dat vinden ze leuk. Hoeveel en hoe snel heb ik gelopen of gefietst in vergelijking met mijn vrienden of echte profs? Maar ook: hoe kan de techniek mij helpen een betere hockeyer te worden? Er zijn al voetbalshirts vol technologie. Ook in de voetbalschoenen. Je trekt zo’n wearable na de wedstrijd uit en kunt online meteen je prestaties uitlezen. Zelfs real time tijdens de wedstrijd. Net als bij wielrenners. En ook Apple komt in het najaar met iets wat weer een doorbraak op dit gebied moet worden. Zoals dat eerder de Apple Watch was voor gezondheid en sport. Een nieuwe demografische generatie komt er ook al aan. Generatie Alpha. Geboren na 2010. Ze staan als EO8, O9 en O10 op het hockeyveld. Ook zij hebben hun specifieke aanpak nodig. We hebben toegestaan dat zij als baby en peuter al verslingerd raakten aan techniek. Als ze huilden, werden ze niet getroost en geknuffeld, maar kregen ze een iPad aangereikt om naar een filmpje te kijken. Dat kon niet zonder gevolgen blijven.
Wordt vervolgd dus.
3 en 12 seconden-regel
Ben je bij elke online boodschap naar je spelers bewust van de 3 en 12 seconden-regel, adviseert Boender. Als je berichtje op de smartphone van je speler binnenkomt, krijg je als trainer-coach de eerste drie seconden cadeau. Een speler klikt in die tijd het bericht aan en kijkt van wie het komt. Op basis van emotie, zijn EQ, klikt hij/zij het bericht aan of verwijdert het. In de volgende twaalf seconden controleert de ratio het besluit van de emotie. Oftewel de IQ-check van het EQ-besluit. Als een speler na die twaalf seconden energie van het bericht krijgt, gaat hij/zij ermee aan de slag. Als de speler er geen empathie bij voelt, haakt hij/zij alsnog af. Die kennis is belangrijk bij de opbouw, inhoud en vorm van je online boodschap als trainer-coach. Je hebt dus twaalf seconden om ervoor te zorgen dat je speler daar een goed gevoel bij krijgt.
Checklist voor de trainers van de Generatie Z-hockeyers
Sociale netwerken zijn cruciaal voor hockeyers. Zorg dat je als trainer-coach daar onderdeel van bent.
Communiceer kraakhelder. Geen ruis en zo direct mogelijk.
In de communicatie naar je spelersgroep is online even belangrijk als offline. Ook de onlinewereld van je spelers kun je anno 2021 niet meer uitzetten. Beide werelden vormen voor je spelers een eenheid.
Verstop je niet als trainer-coach, doe niet omzichtig.
Ben niet alleen zender, maar start de dialoog.
Laat Generatie ZZ meepraten, meezoeken, meesurfen, mee bedenken en mee-innoveren.
Inspireren is belangrijker dan motiveren. Je moet de inspiratie, jouw Inspirational Selling Point (ISP), als het ware aan je spelers ‘verkopen’. Als zij dat vervolgens ook ‘kopen’, dan heb je ze en is de kans groot dat het team maximaal presteert.