Vaak wordt gezegd, dat spelen met een man extra niet altijd een voordeel hoeft te betekenen. Immers, de tegenstander graaft zich in en wacht gegroepeerd op het moment om in de tegenaanval toe te slaan. En welk hockeyteam heeft dan de capaciteiten om zo’n compact spelende ploeg, ook al staat die met tien man, uiteen te spelen?
Wat verandert er, uitgaand van een enigszins neutrale stand in de hockeywedstrijd, wanneer je ploeg met een man méér komt te staan?
Je mag ervan uitgaan dat je nu verdedigend een man overhoudt, dus ga je ertoe over om de tegenstander direct vast te zetten op eigen helft. Dat doe je door er op het middenveld een man bij te zetten, zodat je juist daar het overtal gaat creëren. Het middenveld is van cruciaal belang.
De tegenstander zal doorgaans overgaan tot een defensieve tactiek waarin zij vooral de as dicht willen houden. Voor je hockeyteam wordt het dan zaak om in balbezit door middel van goed positiespel afstanden te creëren, waardoor je ze uiteindelijk uit elkaar speelt.
Je probeert nu in eerste instantie door de as te spelen. De tegenstander wil het daar dichthouden en de spelers kruipen daarom heel dicht bij elkaar. Daardoor ontstaat ruimte aan de zijkant. Je probeert het door een snelle pass naar de buitenkant daar kapot te spelen, door de bal ofwel via de as of met een directe pass zo snel mogelijk naar de andere kant te transporteren. Het gaat erom dat je zo snel mogelijk van de rechterkant naar de linkerkant speelt, en uiteraard vice versa. De tegenstander, vaak in een 1:4:4:1-formatie, zal sterk kantelen naar de zijde waar de bal is. Is de bal aan jouw rechterkant, dan moeten de hockeyspelers aan jouw linkerkant het spel extreem breed houden. Zo houd je het in principe zo groot mogelijk. Het vraagt om snelle balcirculatie en snel bewegen.