Spelprincipes Johan Cruijff

Na de dood van Johan Cruijff schreef Pieter Zwart van het voetbalblog Catenaccio een artikel over de nalatenschap van Johan Cruijff als trainer. Hij benoemt negen spelprincipes die samen de basis vormen voor de visie van Johan Cruijff. Negen spelprincipes die je zo naar het hockey kan kopiëren.

1. Klein houden van het veld ‘De basis van de Hollandse School en Cruijffs visie is het optimaal benutten van ruimtes.’

2. Direct druk op de bal zetten bij balverlies ‘Bij balverlies was de spits onze eerste verdediger en die instelling liep door het hele team. Dat is essentieel bij de omschakeling. Op die manier houd je de tegenstander in de tang, blijven de ruimtes klein en haal je de diepte uit hun spel.’

3. Ruimtes verdedigen in plaats van tegenstanders ‘Je kunt domineren met bal en je kunt domineren zonder bal. De enige manier om dat laatste te bewerkstelligen is door zonedekking te hanteren. Dan moet de tegenstander zich namelijk aanpassen aan jouw positionering.’

4. Diepte voor breedte ‘Ik streef een speelstijl na waarin de breedtepass onacceptabel is. Diepte gaat altijd voor breedte. Een basisregel is dan om de bal twee linies verder in te spelen. Op die manier speel je automatisch naar de bal toe en van het doel af.’

5. Bouw op door de as ‘Om te kunnen domineren, is het nodig om zoveel mogelijk balbezit te hebben in de as van het veld. Wanneer de veldbezetting goed is, hebben spelers in het centrum immers altijd meerdere afspeelmogelijkheden. Hierdoor wordt het voor tegenstanders lastiger om de opbouw te verstoren.’

6. Derde man en driehoekjes ‘De zogenoemde derde man is een gevolg van het samenkomen van verschillende driehoekjes op het veld. De derde man is de speler die gaat bewegen op het moment dat twee teamgenoten een combinatie opzetten. Dit blijkt in de praktijk lastig te verdedigen, aangezien de opponent vaak zijn aandacht focust op het bewegende duo.’

7. Creëren van één-tegen-één ‘Als mijn aanvaller één-tegen-één komt zeg ik altijd: “Laat het hem lekker uitzoeken.” Dan zeggen de spelers: “We kunnen hem toch helpen?” Mijn antwoord is dan: ten eerste is de kans groot dat je in de weg loopt en bovendien trek je als tweede aanvaller een tweede verdediger mee en twee-tegentwee is moeilijker dan één-tegen-één.’

8. Positiewisselingen ‘Creëer door positiewisselingen operationele ruimtes, die steeds door andere spelers worden ingevuld. Het wisselen van posities en spelen met ruimtes zijn goede manieren om een goed georganiseerde tegenstander te ontregelen.'

Over de schrijver
Wij maken trainers, coaches en spelers veel beter.
Reactie plaatsen