Tijdens een wedstrijd doen zich vele situaties snel achter elkaar voor. Het is soms lastig om in de rust of na afloop een objectief beeld te hebben van wat er nu precies goed en minder goed ging.
Het is ook lastig dat beeld niet te laten vertroebelen door stand of uitslag – of door wat je altijd al van jouw team vond of dacht. Vergeet niet de kwaliteiten of tekortkomingen van de tegenpartij in jouw analyse te betrekken.
Stel jezelf de volgende vragen over het aanvallen:
1. Als een speler in kansrijke positie de bal krijgt, lukt het hem dan om te scoren?
2. Als we de bal op de helft van de tegenpartij hebben, lukt het dan om kansen te creëren?
3. Als we de bal op eigen helft hebben, lukt het dan om een speler op de helft van de tegenpartij aan te spelen?
4. Als een van mijn spelers de bal heeft, maakt hij dan de juiste keuze als het gaat om dribbelen, passeren of overspelen? Lukt het ons om de bal in de ploeg te houden? Waarom wordt er vaak balverlies geleden?
Stel jezelf de volgende vragen over het omschakelen:
1. Als we de bal verliezen aan de tegenpartij, lukt het dan meteen goed te storen en een snelle dieptepass te voorkomen?
2. Als we de bal veroveren van de tegenpartij, lukt het dan een snelle tegenaanval op te zetten of de bal in bezit te houden?
Stel jezelf de volgende vragen over het verdedigen:
1. Als een tegenspeler in kansrijke positie de bal krijgt, lukt het dan een doelpunt te voorkomen?
2. Als we op eigen helft verdedigen, lukt het dan te voorkomen dat de tegenpartij kansen krijgt?
3. Als we verdedigen op de helft van de tegenpartij, lukt het dan om te voorkomen dat ze een speler kunnen aanspelen op onze helft?
4. Als een speler van de tegenpartij de bal heeft, lukt het ons dan de bal af te pakken?
Houd bij alle drie de onderdelen steeds dezelfde volgorde aan: benoem eerst het doel, dan de stappen die nodig zijn om dat doel te bereiken.
Laat een beperkt aantal accenten aan de orde komen
Na een kwartiertje heb je veel waargenomen. Nog altijd beoordeel je de spelers niet. Je observeert en analyseert. Wat zie ik? Hoe komt dit? Op basis hiervan laat je een beperkt aantal accenten tijdens het coachen aan de orde komen. Kies hiervoor de juiste momenten uit – tijdens het spel, de rust, na afloop of tijdens de training.
